Voor alle wielerwedstrijden, ook de alle-terreinwedstrijden, moet je een vergunning hebben van elke burgemeester op wiens grondgebied de wielerwedstrijd passeert. Bij een alle-terreinwedstrijd moet je ook de toestemming hebben om de terreinen van het niet-openbaar domein te gebruiken.
Tenminste veertien weken voor de wedstrijddag vraag je de vergunningen aan bij de betrokken burgemeesters, bij voorkeur digitaal. Bij een wedstrijd in lijn (één of meer trajecten van minimum 20 kilometer) is de digitale aanvraag verplicht en moet een afschrift bezorgd worden aan de federale politie. Bij wedstrijden met meerdere ritten, is een vergunning nodig voor elke rit.
Gebruikt de wedstrijd gewestwegen of komt hij voorbij een kruispunt met een gewestweg, dan moet de gewestelijke wegbeheerder hiervoor eerst zijn toestemming geven. Die wordt voor het hele parcours gevraagd door de referentieburgemeester (in principe de burgemeester van de aankomstplaats). De referentieburgemeester vraagt ook het advies van de provinciale commissie voor dringende geneeskundige hulpverlening.
De burgemeesters hebben tot zes weken vóór de wedstrijd om over de vergunning te beslissen. Ze kunnen er voorwaarden aan koppelen.